donderdag 27 oktober 2011

Mauro


Ik probeer het me voor te stellen. Je bent tien jaar en je moeder zet je in Oegando op het vliegtuig naar Nederland.

Tien jaar, dat is net zo oud als Femke. Hoe zou het zijn als zij, mijn kleine frummel, opeens zou landen in India, of in Ghana? Moederziel alleen.

Dat overkwam Mauro. En hij heeft zich met hulp van zijn lieve en betrokken pleegouders ontwikkeld tot een zachtmoedige jongeman, die perfect Nederlands spreekt. Hij heeft zijn trauma overwonnen en is hier helemaal ingeburgerd.

Terwijl ik dit schrijf, is er in de Tweede Kamer een debat gaande. De minister wil Mauro het land uitzetten. Terug naar Angola, zijn land van herkomst. Hij heeft daar helemaal niets, geen familie, geen thuis. Hij spreekt de taal  waarschijnlijk niet goed meer. Wie gaat Mauro daar opvangen? En hoe gaat Mauro zijn nieuwe trauma verwerken?

De minister kon geen andere beslissing nemen dan deze, zegt hij. Hij had geen keuze… Er was geen ruimte in de wet, zegt de minister. Maar wij weten allemaal dat dat niet waar is: er zit geen ruimte in het gedoogakkoord met de partij van Henk en Ingrid.

En daarom maakt de minister deze keuze: de keuze om Mauro opnieuw ernstig te traumatiseren.
  
Er zijn momenten dat ik me schaam dat ik Nederlandse ben. Dit is er eentje van…


dinsdag 25 oktober 2011

Alweer 13 jaar….


Het is vandaag 25 oktober. Ik vind het altijd een lastige dag, want het is de ‘verjaardag’ van Bram’s epilepsie.

Echt een breekpunt in zijn en ons leven…er is een ‘ervoor’ en een ‘erna’. En zoals een medemoeder me kort geleden zei: ‘Het is alsof alle kopjes gebroken zijn en nu weer geplakt in de kast staan. Ze zijn er nog wel, maar zo mooi als daarvoor worden ze nooit meer.’

Ik begrijp goed wat ze bedoelt. Maar gelukkig zijn er toch ook veel nieuwe kopjes bijgekomen. Kopjes die Anders zijn, maar zeker zo mooi.

Hieronder lees je wat er gebeurde. Op 25 oktober 1998…..

Zondag 25 oktober 1998 is de dag voor mijn 32e verjaardag. Ik ben aan het begin van de avond beneden aan de telefoon met mijn hartsvriendin Bernadien, die mij alvast wil feliciteren. We hebben als altijd een zeer levendig gesprek, waarin wij alle leed van de wereld (en dat van onszelf uiteraard) met elkaar bespreken. En vooral veel, heel veel lachen.

Bart is boven en doet onze twee kinderen in bad. Bram van 3,5 jaar en Eva van 4 maanden. Hij houdt Eva voorzichtig rechtop in het badwater, waarin haar broertje lekker zit te spelen. Als ze schoon is, wikkelt hij haar in een badhanddoek en neemt haar mee naar haar kamertje, naast de badkamer. De badkamerdeur staat open, Bart praat beurtelings tegen Eva, en met Bram.

Opeens hoor ik beneden verschrikkelijk gegil. Nu, jaren later, kan ik die gil nog horen. Het komt van boven. Het is Bart. Ik ren de trap op, met Bernadien nog aan de lijn. Ik hang meteen op.

Bart heeft inmiddels Eva in haar bedje gelegd. Hij staat in de badkamer, bij Bram, die heel raar achterover in bad ligt. Zijn ogen zijn open, staan star. Bart tilt Bram uit en probeert hem op zijn benen te laten staan. Dat gaat niet, Bram is helemaal slap.

Bart draagt Bram naar zijn bed. We proberen contact met Bram te krijgen, tevergeefs. Bram ligt daar maar en reageert helemaal niet.

Dan opeens, begint hij te trekken met zijn armen en benen. Hij stopt met ademen, loopt blauw aan.

Ik kijk, ik denk dat hij doodgaat. Kijk naar het meest vreselijke is wat ik ooit heb gezien.

Bart kijkt ook, hij staat compleet verstijfd naast het bed in Bram’s slaapkamer. Naast het nieuwe ‘grotemensenstapelbed’ in zijn nieuwe vrolijke kamertje waar hij vlak voor de geboorte van Eva naar toe is verhuisd.

Dan, na een oneindige tijd, hapt Bram naar adem. Hij doet het weer, maar hij is nog niet ‘bij’.

Ik heb de telefoon nog in mijn hand, bel onze huisarts, beluister het bandje, bel het nummer van de dienstdoende huisarts. We moeten langskomen.

We leveren Eva met haar flesje af bij de buurvrouw. Zij en wij weten dan nog niet hoe vaak we de komende jaren op die manier een beroep op haar moeten doen.

Bram is nog niet helemaal bij bewustzijn. We tillen hem in zijn autostoeltje, rijden weg. En dan komt Bram bij, er komt een grote golf braaksel uit zijn mond, hij en ik zitten onder. Maar hij is er weer.

We komen bij de huisarts, die niets bijzonder kan ontdekken. Maar omdat Bram in bad zat toen ‘het’ gebeurde, moeten we voor onderzoek naar de dienstdoende spoedeisende hulp. En die is in het Maria Gasthuis, een tiental kilometers verderop.




zaterdag 22 oktober 2011

Droomvlucht

Bram in dromenland....na een paar heerlijke dagen Efteling


In de herfstvakantie is het dan eindelijk zo ver: we gaan naar de Efteling!

De Efteling is voor Bram het allermooiste uitje. We hebben een aantal jaren geleden ingevoerd dat we dan twee dagen gaan. Tussendoor logeren we in het Eftelinghotel.

De reden? Het is voor Bram zo ontzettend spannend, dat hij meestal aan het begin van dag één een woedebui krijgt, en daarna een huilbui. Gewoon van alle opgebouwde zenuwen. Met daarbij de onzekerheid over wat we eerst gaan doen, en wat daarna. En natuurlijk: kunnen we wel alles doen? Vandaar deze (behoorlijk prijzige) oplossing.

Aan de andere kant: voor Bram geen dure hobbies, geen fiets of brommer, geen boekenpakket, en geen schoolreis naar het oude Rome of Parijs. Geen ‘peer pressure’ om dure merkkleding te kopen, en geen kosten aan mobiele telefoon. Als je het zo bekijkt, is een gehandicapt kind eigenlijk een koopje!

Deze keer gaat tante Marjet mee, met nicht Judith (bijna 15) en neef Jeppe (bijna 12). Tesamen met ons drietal van 10, 13 en 16 jaar hebben we een mooi setje pubers bij elkaar.

Op de dag van vertrek staan we allemaal vlot naast ons bed. Op Bram na. Die heeft zich voorgenomen om lekker uit te slapen. Het is immers vakantie, en in de vakantie slaap je altijd uit. Het resultaat is een behoorlijke scene, maar uiteindelijk zit hij dan toch aangekleed aan tafel. Lang leve het autistische brein…..

Na deze, zeer chaotisch verlopen, start van de dag vertrekken we dan eindelijk, een dik half uur te laat. Maar dit keer valt het rijden heel erg mee, en zo komt het dat we toch op tijd aankomen. Even na tien uur lopen we de Efteling binnen. Eerst koffie!

Judith, Jeppe, Femke en Eva zijn al zo groot dat ze eigenlijk best zonder ons mogen rondlopen. Zij gooien haastig hun cola’s achterover, en vertrekken.

Als eerste doet het viertal Vogel Rok aan, een achtbaan in het donker. En om half elf heeft mijn lieve neefje al een waarschuwing aan zijn broek van het personeel. Op de foto genomen in die achtbaan staat onze vriend namelijk met een opgestoken middelvinger. De foto wordt gewist, de dames balen daar ontzettend van: ze stonden er naar eigen zeggen zo leuk op! Mijn zuster is behoorlijk boos, Bart en ik doen het zowat in onze broek.

Die twee dagen vliegen voorbij, het is rustig en de zon schijnt zowaar. We picknicken buiten, en de kinderen gaan in alle attracties. Zus en ik hoeven niet zo in al die achtbanen, want niet dapper genoeg. De Droomvlucht durven we wel. En we durven ook te kijken naar de voorstelling over ridders, Raveleijn. En verder kletsen we lekker, we gaan lekker uit eten, drinken een goed glas wijn. De kinderen zijn lief, allemaal!

Het gaat goed, heel goed zelfs, met Bram. Hij geniet volop. Hij omhelst een aantal personeelsleden van de Efteling en van het hotel, omdat hij meent ze te herkennen. ('Dat was toch Roodkapje?' 'Ja, Bram, alleen zonder rood kapje...'). Hij heeft zijn privileges als gehandicapte, mag vaak twee achter elkaar in een attractie.

We hebben de rolstoel bij ons, maar Bram zit er nauwelijks in. Tot dag twee, vijf uur. Als Bram uit de Vogel Rok komt, zakt hij weg in een minutenlange absence. Eerlijk gezegd schrikken Bart en ik er alletwee een beetje van, omdat hij ontzettend wit weg trekt. En wij zijn echt heel heel veel gewend, en dan schrik je ook van elkaar’s schrik.

We zetten hem lekker in de rolstoel, goed vast, en gekanteld. Bram is echt helemaal op, hij valt in een diepe slaap. We krijgen er met moeite nog een paar frietjes in. We rijden Bram achter in onze nieuwe rolstoelauto. Wat heerlijk dat hij zo comfortabel in de rolstoel de auto in kan!

Bram slaapt. De meiden zijn tevreden, en wij ook. Wat een heerlijke paar dagen!

maandag 17 oktober 2011

True colors


Zaterdagavond keken Bart en ik naar De Wereld draait door, recordings.

Wat een geweldig programma. Een TVprogramma waar muzikanten de gelegenheid krijgen hun favoriete muziek te laten horen. Begeleid door een mini-orkestje of gewoon simpelweg een begeleiding door een gitaar.

Jan Smit was er, hij zong een prachtig liefdesliedje. Het was heel ontroerend, en volgens mij speelde en zong hij uit zijn hart. Want zag ik nu echt tranen in zijn ogen?

Dan mijn favoriet: Mathilde Santing, wat een zangeres!

Recht in mijn hart kwam Sabrina Starke met haar cover van het liedje True Colors. Het was geweldig, wat een stem, wat een interpretatie.

En wat past het bij onze opdracht van dit moment: nadenken over Bram’s toekomst. Want dat hoop ik zo ontzettend: dat er een plekje is waar mensen Bram’s kleuren willen zien….
 

But I see your true colors, shining through
I see your true colors, and that's why I love you
So don't be afraid, to let them show
Your true colors, true colors
Are beautiful, like a rainbow



Uitzending zaterdag 15 oktober 2011:
Sabrina Starke is er vanaf 34 minuten.

direct Sabrina beluisteren?
http://www.youtube.com/watch?v=esDkA7gouBc

vrijdag 14 oktober 2011

Stoplicht

Bram met een krokodil. Foto gemaakt door de 'juuf' van Bram: bedankt!

‘Maaike, Maaike’, schalt Tim door de klas, ‘mag ik bij jou komen eten! Bram zegt, dat ik bij jullie mag eten!’

Voor me staat Tim. Hij is zeker 1 meter 90, weegt naar schatting 90 kilo en heeft het verstand van een vierjarige. Emotioneel is Tim nog veel jonger, een peutertje.

Inwendig moet ik een beetje zuchten, want op het verzoek van Tim durf ik gewoon geen ‘ja’ te zeggen. Want al is Tim dan in zijn hoofd een heel jong ventje, lichamelijk is het dus een hele grote, sterke beer. Die net als een echt peutertje best een beetje dwars kan zijn.

Toch moet ik ook een beetje lachen, hij vraagt me altijd wat, en dit keer viel het eigenlijk best mee. Normaal is het ‘mag ik bij jou logeren?’, en vaak ook ‘mag ik bij jou komen wonen?’

Ik ben op school omdat Bram vandaag op schoolreis gaat. Hij heeft zich hier zo op verheugd! Op de kalender in de keuken heeft Bart aangetekend wanneer de schoolreis zou zijn, en elke dag is er een hokje weggekruist. En nu is het dan zover.

De juffen hebben alles onder controle. Ze hebben echt aan alles gedacht: de bagage van alle kinderen keurig in een tas die zij dragen, zodat er niets kan wegraken. Zelfs een handdoek voor Bram, die erg kwijlt, is mee gekomen.

De zon schijnt, het is geweldig weer. We wachten nog even bij de bus. En daar zie ik Peter. Peter kennen we al van het logeerhuis, maar nu zit Peter klaarblijkelijk ook hier op school.

Peter is geen intellectueel, maar hij weet altijd precies wie wie is. Vandaar dat hij enthousiast op me afkomt. ‘Maaike, ik ga op schoolreis!’, vertelt Peter blij. Ik vraag Peter waar hij dan heen gaat. 'Naar de dierentuin', is het correcte antwoord.

Ik vraag Peter wat hij hoopt te zien in de dierentuin. Daar moet hij even over nadenken. Boven zijn neus verschijnt een diepe denkrimpel, en het is langere tijd stil.  Dan klaart zijn gezicht op. ‘Misschien zie ik wel een stoplicht!’, meldt Peter dan. Gelukkig kan ik hem melden dat dat zeker gaat gebeuren, want tussen de school en de dierentuin in Rotterdam staat zeker wel ergens een stoplicht.

Dan is het zover: de bussen worden ingeladen. Onderin een hele batterij rolstoelen, en bovenin een hele batterij kinderen. Met een hele batterij begeleiding.

En dan is het tijd om te zwaaien. Bram verdwijnt kushandjes toewerpend om de hoek. Ik zie ook Tim zitten, hij heeft een enorme zonnebril opgezet en hij wuift me stralend toe.

Dan is het stil, de paar aanwezige ouders knikken elkaar gedag, stappen in hun auto en rijden weg.

’s Middag is er een mailtje van de juf. Iedereen heeft genoten van de schoolreis, van alle dieren in de dierentuin. En ik heb nog de hele dag genoten van de bijzondere ontmoetingen van die ochtend.

maandag 10 oktober 2011

Milieubewust




De rekening van gas en electra is binnen. Ik krijg ter plekke een hartverzakking, we moeten flink bijbetalen. Hoe kan dat nou? Hebben we geïnvesteerd in een zonneboiler en in panelen voor zonne-energie, krijg je dit.

Ik duik in de administratie en vind de meterstanden zoals ik die heb ingevuld. En inderdaad: op de rekening staan heel andere standen. Het probleem zit hem in het gas: dat scheelt maar liefst 1300 kuub gas!

Ik bel met Nuon, en de mevrouw legt me echt alleraardigst uit hoe dit komt. Na een lange uitleg over geschatte meterstanden, Liander, Endinet, Nuon, eens in de drie jaar echt opmeten, heb ik een ultrakort moment het gevoel dat ik het begrijp.

Kort gezegd komt het er op neer dat men de jaren daarvoor telkens een te lage meterstand heeft doorgegeven en dat is nu rechtgetrokken. Per saldo zijn we niet meer gas gaan verbruiken maar we moeten nu dokken voor de achterstand.

Ik vraag (slim!) dat dat mooi is, omdat de prijzen de laatste jaren zijn gestegen…leuk voor Nuon, want later afrekenen tegen een hogere gasprijs is dus ook in geld meer afrekenen.

Weer volgt een uitleg, en ik laat me ervan overtuigen dat wij eigenlijk ontzettend boffen omdat we nu pas hoeven betalen, want de gasprijzen zijn juist gedaald….

Aan tafel breng ik ons gasverbruik en energieverbruik toch maar eens ter sprake. Want een beetje opletten is een kleine moeite, beter voor het klimaat en beter voor de portemonnee.

Als eerste bespreken we de lampen die altijd en overal blijven branden. Ik kan er niets aan doen, maar ik hoor altijd de stem van mijn vader als ik dat zie (‘Licht uit!’). En met grote regelmaat baadt het hele huis hier in het licht, soms zelfs als er niemand thuis is. Dat hoeft niet.

Dan het gas. Eva en Femke krijgen een uitleg over de verwarming en dat wij die stoken met gas. Bart vertelt de dames dat het enorm helpt als zij de deuren van hun kamers dicht houden.

Reactie Femke:’Ja maar dan is het zo donker in mijn kamer.’

Reactie Eva (bloedserieus): ’Dan laat je toch een lichtje branden?’

Psssst: dit (te) gekke lampje heb ik voor de dames gekocht.

dinsdag 4 oktober 2011

Nigella



Ik had heel even een nieuw rolmodel: Nigella Lawson!

De afgelopen paar dagen hield ik noodgedwongen het bed en zodoende zag ik een aflevering waarin de Engelse Nigella Lawson haar kookkunsten demonstreert. In ‘mijn’ aflevering zag ik het volgende:

Nigella staat in de keuken. Zij is een prachtige brunette, keurig figuur, gekleed in een wollen truitje en rok. Nigella gaat voor haar kindertjes ontbijt maken: pancakes en muffins. De kindertjes zelf zitten braaf voor de TV.

Nigella danst als een ballerina door haar keuken. Met de ene hand pakt ze een beeldig koperen pannetje van het al even beeldige rek boven haar prachtige aanrecht. In een soepele beweging giet ze de melk in de pan. En meteen gaan daar twee eitjes bij, de schillen gooit ze met een zwier in de gootsteen.  In een oogwenk staat het beslag klaar.

Nu de muffins: natuurlijk heeft Nigella de ‘mise en place’ al gereed: alle ingredienten staan al klaar. En wat toch nog afgemeten of afgewogen moet worden wordt met een maatlepel uit een beeldige pot geschept, die dan met een charmant gebaar weer op zijn plek wordt gezet.

Binnen korte tijd staan de muffins in de oven.

Daarna kleedt Nigella zich aan (ik had niet gezien dat ze klaarblijkelijk nog in haar slaapoutfit liep). Nigella duikt in haar ongelooflijk slordige kledingkast, en trekt daaruit nonchalant een set prachtige kleren te voorschijn.

Nu bakt Nigella de pancakes. Uiteraard worden die (losjes uit de hand) keurig rond, en mooi bruin. Nigella en haar brave kinderen gaan eten.

Na het eten gaat Nigella, volgens eigen zeggen, pas echt aan de slag. Zij gaat namelijk ‘kuchen’ maken. Ze kondigt aan dat ze daarom een schort voor doet. En inderdaad, om haar bevallige heupjes wordt een piepklein schortje gebonden.

Als ik echt aan de slag ga in de keuken, doe ik een rubberen voorschoot aan, zo eentje die mensen op de visafslag dragen. En lieslaarzen: dan blijf ik tenminste schoon. Maar Nigella heeft klaarblijkelijk genoeg aan een piepklein schortje om haar heupen om haar lamswollen truitje (inclusief pronte boezem) te beschermen.

De beelden van Nigella zijn leuk, maar haar teksten zijn nog veel en veel leuker. Al knedend verklaart ze met gesloten ogen: ‘Mmmmmmmmm, I love this texture!’. En als het deeg begint te rijzen, vraagt ze of wij ook zo genieten nu we het deeg ‘zo tot leven zien komen.’  Zet er ander beeldmateriaal bij, en het programma is opeens niet meer geschikt voor alle leeftijden.

Als de ‘kuchen’ klaar is, staat de keuken opeens vol met vriendinnen (allemaal slank) die enorme stukken van de taart naar binnen werken.

Een half uur lang zwijmel ik weg in het leven van Nigella.

Totdat het eindshot komt: daarin zien we hoe Nigella in het donker een enorme stapel pancakes overgiet met maple sirop. In één klap is de illusie weg: want zo’n figuur en die stapel pancakes, dat gaat niet samen!

Dus: Nigella is nep! Maar wel heel erg leuk!

heerlijk recept:

zondag 2 oktober 2011

Teamwork


Er komt bezoek. Voor Bram. Lang voor het bezoek aan zal bellen, hebben we een knetterende scene met Bram. Het gaat over de vraag wie de deur open mag doen.

Wij vieren zijn al snel bereid tot concessies, maar Bram staat erop zijn keiharde onderhandelingen voort te zetten. Uiteindelijk weet iedereen (ook Bram): Bram doet de deur open. Wij moeten op de bank blijven zitten tot hij dat heeft gedaan.

Dan komt Bram naar me toe. ‘Mam!’, zegt hij. ‘mam, als die mensen er zijn, dan geef ik ze een hand!’

Ik kijk naar mijn zoon die heel tevreden is met zichzelf en zijn voornemen. ‘Zo zo’, zeg ik, ‘ dat is een goed plan! Hoe kom je daar zo op?’

Nog niet lang geleden immers hadden wij hier een misverstand over. Ik ben aangenaam verrast.

‘Nou, dat heb ik van ‘mij juuffe’ geleerd’, vertelt Bram. ‘We hebben in de klas geoefend. Juuf deed het voor. Dat doe je altijd als er iemand op bezoek komt!’

Ik wist het al maar nu weet ik het zeker: de ‘juuffen’ van Bram en wij zijn een goed team! Bedankt dames!




zaterdag 1 oktober 2011

Confectie of maatwerk



Als je een mooi kledingstuk wilt kopen, dan heb je de keuze: maatwerk of confectie. Voor maatwerk heb je een grotere beurs nodig, maar als je het kan betalen, is maatwerk fijn. Je kunt zelf de stoffen uitkiezen, de snit bepalen: echt alles, tot en met de vorm en kleur van de knopen. Geen wonder dat mensen blij worden van maatwerk!

Sophie, de dochter van mijn vriendin Marion, is deze week uit huis gegaan.

Al eerder is Sophie in een woning gaan wonen, waar ze het heel erg naar haar zin had. Maar omdat Sophie in een andere plaats naar de dagbesteding gaat, ontstond er een probleem. Want de instelling wilde niet betalen voor het vervoer van Sophie van huis naar ‘werk’. Het management van de instelling had daar namelijk regels voor bedacht. En hoe lang Marion ook praatte en met welke argumenten ze ook kwam: de regels bleven de regels, en daar kon (‘het spijt ons echt’) niet van worden afgeweken.

Vandaar dat Sophie weer thuis is komen wonen. Want vervoer vanaf haar ouderlijk huis naar de dagbesteding: dat kan wél volgens het management.

Maar nu is er dan eindelijk een andere woning gevonden. Vlak bij het huis van haar ouders, en (niet onbelangrijk): vanaf dit huis is vervoer naar de dagbesteding mogelijk.

Afgelopen zondag is het zo ver: Sophie gaat wonen in haar nieuwe huis. Via de mail krijg ik een mooie brief van Marion. Met foto’s van Sophie als babietje, van het afscheid van het logeerhuis, van de verhuizing, van de nieuwe badkamer met de mooie kikkerbadmat, van de ingebouwde kasten. En foto’s van de kledingsetjes die het jongere zusje van Sophie voor haar heeft uitgezocht, zodat ze er elke dag mooi uit ziet: wat is dat toch lief!

Ook foto’s van Sophie in haar nieuwe huis. Ik speur de foto’s af om te zien hoe ze kijkt: tevreden en rustig, gelukkig!

Marion en Frank hebben met Sophie besproken hoe het gaat in het nieuwe huis: nieuw huis en dus ook nieuwe regels! Dat is spannend voor Sophie.

Heel spannend is het ook voor Marion en Frank. Tussen de regels door lees ik dat Marion verdrietig is, en haar kind (nog) niet vol vertrouwen laat gaan.

Marion heeft veel moeten praten om van het confectieaanbod van de instelling maatwerk te maken. Bijvoorbeeld door te eisen dat de mannelijke persoonlijk begeleider van Sophie niet degene is die haar onder de douche zet. Want het voelt niet goed, een vent die jouw volwassen dochter moet helpen bij het wassen. Gelukkig is er begrip en is het netjes geregeld.

Vraag en aanbod….zo ziet ‘de markt’ in elkaar, ook in Andersland. Maar anders dan in de gewone wereld is het aanbod in Andersland alles bepalend, wat de ‘markt’ ervan vindt doet er niet altijd even veel toe.

Ik weet dat er veel frustratie bij Andersouders is over dat aanbodsgerichte denken. ‘Zo doen wij dit nu eenmaal!’, is een veel gehoord excuus. Maar helaas, onze kinderen zijn vreemde snoeshanen, vaak passen zij niet helemaal, of zelfs helemaal niet, bij het aanbod. Meestal komt het uiteindelijk wel (ongeveer) goed, maar dan is er al  veel gebeurd. Dingen die voorkomen hadden kunnen worden, door gewoon even mee te denken en vooral ook: door ouders serieus te nemen.

Anderskinderen hebben maatwerk nodig, geen confectie. En als het al confectie moet zijn, dan graag confectie met een warme en menselijke maat.

Via de telefoon hoort Marion dat het goed gaat met Sophie. Vandaag komt ze al weer naar huis, lekker onder moeders vleugels. En dat past precies.